Omdat de Brinell-hardheidsmeter een breed scala aan hardheidswaarden van het monster kan meten, wordt deze veel gebruikt in de productie om de Brinell-hardheidswaarden van ongeblust staal, gietijzer, non-ferrometalen en zachte lagerlegeringen te meten. In dit artikel worden enkele veelvoorkomende fouten en methoden voor probleemoplossing besproken.


  1. De laadfout overschrijdt 1,0% of is instabiel. Oorzaken en methoden voor probleemoplossing voor deze fout:
    (1) Het krachtpuntmes zit los, het krachtpuntmes moet worden afgesteld en vastgedraaid;
    (2) De slijtage van het krachtpuntblad en het steunpunt zal de belastingsfout in verschillende mate vergroten, en het blad moet worden gerepareerd;
    (3) De positie van het afstelblok op de lasthendel is niet geschikt. Afhankelijk van de situatie kan het naar voren of naar achteren worden verplaatst. Pas het goed aan en zet het stevig vast;
    (4) De drukveer is gecorrodeerd, waardoor de wrijving met de drukas en de hoofdasbus toeneemt. De verroeste delen moeten worden gereinigd en voorzien van beschermende olie of worden vervangen.
    (5) De lading is niet stabiel en er is sprake van stoten en trillingen. Factoren die instabiliteit veroorzaken, moeten worden geëlimineerd.
  2. De laadsnelheid kan niet binnen de opgegeven tijd worden geregeld. Als de laadsnelheid te snel of te langzaam is, is de belangrijkste reden dat de viscositeit van de reductieolie te klein of te hoog is. Het verloopstuk moet worden gereinigd en de reductiemiddelolie moet worden vervangen.
  3. De gemeten hardheidswaarde komt niet overeen met de waarde aangegeven door het standaard hardheidsblok. Oorzaken en methoden voor probleemoplossing voor deze fout:
    (1) De Brinell-hardheidsmeter is niet horizontaal geïnstalleerd en de Brinell-hardheidsmeter moet op een niveau worden afgesteld;
    (2) Als het oppervlak van de stalen kogel niet glad is of de diameter de tolerantie overschrijdt, gebruik dan een micrometer om een gekwalificeerde stalen kogel te selecteren en deze te vervangen;
    (3) De fout van het inkepingsmeetapparaat is te groot en de toegestane fout van het inkepingsmeetapparaat moet worden aangepast naar 0,5%;
    (4) Het gewicht kan niet verticaal worden geplaatst. Het gewicht zal tegen de achterkant van de hardheidsmeter wrijven. Controleer of de hijsring aan het sleutelblad hangt en of de ophangstang recht is. Anders moet de hijsring aan het sleutelblad worden gehangen en moet de kraan worden rechtgetrokken. hangertje;
    (5) De loodrechtheid tussen de spil en het testplatform, en de coaxialiteit tussen de spilas en de as van de hefschroef vallen buiten de tolerantie. De loodrechtheid tussen de spil en het testplatform en de coaxialiteit tussen de spilas en de as van de hefschroef moeten worden aangepast aan de situatie.
  4. De Brinell-hardheidsmeter wordt herhaaldelijk geladen en gelost. Oorzaken en methoden voor probleemoplossing voor deze fout:
    (1) De drukstang van de drukknopschakelaar is te lang en de A- en B-contacten van de stuurschakelaar kunnen niet worden losgekoppeld van de A1- en B1-contacten. De lengte van de duwstang moet worden aangepast en vastgezet;
    (2) De omkeerschakelaar is in een onjuiste positie geïnstalleerd. Het beweegbare keerschot kan de pen op de omkeerschakelaar niet raken, waardoor de omkeerschakelaar niet omkeert. De inbouwpositie van de omkeerschakelaar moet worden aangepast.
  5. De Brinell-hardheidsmeter stopt wanneer de belasting volledig is aangebracht. De oorzaak van deze storing is dat het contactpunt van de omkeerschakelaar is verbrand of geablateerd, waardoor een slecht contact ontstaat. Het contactpunt dient gereinigd en gepolijst te worden of er dient een nieuwe omkeerschakelaar vervangen te worden.
  6. Wanneer de sleutelschakelaar wordt ingedrukt, beweegt de hardheidsmeter niet, maar is er een zoemend geluid. De oorzaak van deze fout is het ontbreken van fase in de motor. U dient te controleren of de stroomvoorziening normaal is, of de stekker goed in het stopcontact zit, of er sprake is van een open circuit in de kabel en of de aan/uit-schakelaar intact is. Of de motorbedrading stevig is aangesloten, of een groep motorspoelen is doorgebrand en of de contacten van de omkeerschakelaar goed contact maken, enz., moet afzonderlijk worden uitgesloten, afhankelijk van de situatie.

Similar Posts